Een jaar lang hebben de kleuters van de Sint Jorisschool in Brussel de klanken van dieren ontdekt, op klanken van dieren bewogen en die klanken en bewegingen omgezet naar een klankmuur.

In ons atelier kwam deze zomer hun verbeelding tot leven.

Dit jaar zetten we onze artistiek ateliers voort met de kleuters.

Het respect voor het bespelen en het luisteren naar de instrumenten staan hierin centraal.

Elk instrument vraagt een andere manier van spelen en bewegen.

• De olifant en de walvis. Lange noten, zachte bassen vragen om traagheid, bewegen in slow motion.
• De octopus. Speelse noten waar we soepel bewegen, woorden en klanken opsplitsen. Hier spelen we met de woorden op noten en kunnen we gaan rappen. Oc-to-pus SSS
• De leeuwenklauw. Heldere noten waarop onze ledematen, vingers en tenen tot de toppen articuleren. Precisie en psychomotriciteit zijn de sleutel.
• De kangoeroe. Twee klanken die ons doen springen. De dynamiek van onze sprongen hangt af van het ritme dat diegene die het instrument bespeelt ons geeft.
• De vogels. Luchtige klanken die ons doen vliegen. De breedte van onze vleugels wordt bepaald door de speler.

Elk dier heeft zijn eigenheid van bewegen en elk dier gaan we linken aan een “luisterdier”.

Deze krijgen een luistercirkel op de speelplaats. Samen met de kinderen bepalen we waar we elk instrument het best/het liefst horen.

• In het eerste atelier gaan we elk instrument en zijn kwaliteiten ontdekken.
• In het tweede atelier proberen we twee of meerdere instrumenten te doen samenspelen.
• In het derde atelier creëert elke klas zijn eigen verhaallijn en kleine choreographie.
• In het vierde atelier herhalen we ons deeltje voor het toonmoment en leggen we de plaats van de luistercirkels vast.